Het spelleltje

De wedstrijden

De officiële clubavond is op donderdagavond. Dan vinden de competitiewedstrijden plaats en is het voor de liefhebbers gezellig onderling naboulen in de kantine of gewoon even babbelen met de overige aanwezigen. Deze wekelijkse officiële wedstrijden worden in een standenlijst verwerkt en op deze website gepubliceerd. Elke maand levert dit een nieuwe maandwinnaar op die hiervoor ook een klein prijsje mag ontvangen. Om lange wachttijden - soms in de kou - op elkaar te voorkomen spelen we tot 11 in plaats van de officiële 13 punten. Onder leiding van Riny Kivits worden vanaf 20.00 uur steeds 3 wedstrijdpartijen ingedeeld en afgewerkt. Tijdens de periode december - februari is er geen officiële competitie, maar kan er bij goede baan- en weersomstandigheden toch gespeeld worden voor het totale winterklassement.
Ook op zondagmorgen vanaf 10.00 uur wordt er gespeeld. Dan spelen we wel tot 13 punten. Niet-leden zijn dan ook van harte welkom om eens kennis te maken met het spel en de gezellige entourage.
Één keer per jaar, meestal tegen oudejaarsdag of net eroverheen, spelen we ook een tête-à-tête toernooitje op de binnenbanen van de Schijndelse boulesvereniging WIJ LIGGEN. Wie dit toernooitje wint mag zich een jaar lang clubkampioen van Le Petit Balleur noemen.
Tot slot spelen we 2x per jaar, gewoonlijk op een zomerse zaterdagmiddag in het stille seizoen, tegen enkele ook senioren die wekelijks aan de Wilhelminalaan (nabij het Jodenkerkhof) hun onderlinge wedstrijdjes spelen. Onder het genot van een hapje en een drankje werken we dan één keer 'bè ons' en één keer 'bè hullie' vier keer vier wedstrijden af.

De regels

Hieronder een beknopte weergave van de belangrijkste spelregels die gehanteerd worden :

Het team dat de toss heeft gewonnen, maakt een cirkel met een diameter van minimaal 35 centimeter en maximaal 50 centimeter.
Vanuit de werpcirkel mag een speler van dit team het kleine houten balletje (ook wel but genoemd) op een afstand van ten minste 6 meter en ten hoogste 10 meter gooien.
Uit het team dat deze voorbereidingen heeft getroffen probeert een speler een boule zo dicht mogelijk bij de but te plaatsen. De speler die de but werpt hoeft dus niet als eerste te spelen, het mag ook een medespeler zijn.
Het werpen gebeurt vanuit de werpcirkel, waarbij de voeten contact met de grond moeten houden als er gespeeld wordt.
Verder moet de speler die een boule werpt er goed op letten, dat hij tijdens de worp binnen de cirkel blijft.
Voordat de boule de grond of een andere boule heeft geraakt, mag de speler niet uit de cirkel komen. Beide voeten dienen contact met de grond te houden.
Nu komt de tegenpartij aan de beurt, die gaat proberen een boule dichter bij het but te werpen. Dit kan door een boule beter te plaatsen, of door een boule die op punt ligt weg te spelen, bijvoorbeeld door deze boule weg te schieten.
Lukt dit niet, dan moet een nieuwe poging ondernomen worden. Dit kan zo doorgaan, totdat alle boules van 1 team zijn gespeeld. In dat geval heeft het andere team 5 boules over die nog gespeeld kunnen worden en een kans maken voor een hogere score.
Lukt het de tegenpartij wel een boule dichter bij de but te plaatsen, dan is het andere team weer aan de beurt.
Je zou dus kunnen zeggen dat je moet spelen (behalve in het begin) wanneer het andere team op punt ligt of als het andere team geen boules meer heeft.
Als alle boules van beide teams zijn gespeeld, wordt er gekeken hoeveel punten er zijn gescoord. Iedere boule die beter ligt dan de dichtst bijzijnde boule van de tegenpartij levert 1 punt op. Een winnend team kan per werpronde minimaal 1 punt en maximaal 6 punten scoren.
Het team dat de voorgaande werpronde heeft gewonnen, mag de nieuwe werpronde beginnen. Er wordt een nieuwe werpcirkel getrokken op de plaats waar de but het laatst lag. Het team dat als eerste 13 punten bereikt is de winnaar